Ik besta uit lucht, vuur, uit water,
uit nu en later nog eens proberen.
Ik besta uit alleen willen zijn en gezien
willen worden.
Uit feestgedruis en de kater,
uit stille wensen en oorgesuis.
Ik besta uit te vroeg, te laat,
uit plaatjes en plaatsjes.
Ik besta uit dromen over weg
en hier blijven,
over barre tochten en zon en vrij.
Ik besta uit gedachten aan fout en goed,
uit moed en onoverwonnen bang.
Uit gemis van hen die uit mijn leven zijn,
maar in mij leven.
Ik duik diep en ademsnak.
Ik reik hoog en val hard.
Met angst ga ik staan
en loop ik aan als van roest.
Ik besta uit knopen en lijnen
van fijn gesponnen draad.
Ik wil alleen
maar samen
kijken door ramen van mijn ziel.
Ik ben niets en alles in één
keer op keer.
Ik besta uit mij, uit jou,
uit man, uit vrouw en alles daartussen.
Ik weet niets en alles dat ik weet, is
ik besta,
ik besta.
Ik besta.